valse Zilvermerken
Geschreven door Leonie Tasma

Valse Zilvermerken

Vanaf rond 1860 kwam veel vals zilver op de markt. Hoewel dit materiaal een goed gehalte heeft, is het bestempeld met onechte keuren. 

Het meesterteken, de jaarletter of het stadsteken is niet uitgegeven door de waarborg. Op deze manier laten zilversmeden een voorwerp voorkomen als antiek, terwijl het nieuw gemaakt is.

Lees hieronder het artikel over valse zilvermerken verder, geschreven door Leonie Tasma, collectiemedewerker bij het Nederlands Zilvermuseum.

authentiek of imitatie

Vraag naar antiek zilver

Tijdens de tweede helft van de 19e eeuw groeide de interesse in zilver als kunstvoorwerp. De geldwaarde verdween naar de achtergrond. In deze tijd lieten kunstenaars zich inspireren door allerlei oude stijlperiodes. Op de wereldtentoonstelling van 1851 in London toonde men werk in bijvoorbeeld Gotische, Lodewijk XIV en Renaissance stijl. Deze antieke stijlen vielen goed in de smaak. Verzamelaars gingen op zoek naar zeldzame, authentieke stukken om mee te pronken.

Het aanbod van antiek zilver kon echter niet aan de grote vraag kon voldoen. Dankzij hun ambachtelijke opleiding beschikten zilversmeden over de benodigde kennis om antieke voorwerpen te kopiëren of na te maken. En omdat hun nieuwe werk moeizaam verkocht, bootsen zilversmeden oude voorwerpen na en voegden imitatiekeuren toe.

 

Vervalsingen identificeren

Valse keuren

Deze keuren werden vaak toegepast op een duidelijk zichtbare plaats, zoals op dit zoutvat in 17e-eeuwse stijl. Valse Leeuwardense keuren staan vlak naast de versiering aan de zijkant van het vat. Gebaseerd op de jaarletter S zou dit object in 1629 of 1649 geproduceerd zijn. De letters IM imiteren het meesterteken van de smid Jan Melchers Oostervelt. De echte maker is J. Feeterse uit Amsterdam, die het rond 1930 gesmeed heeft.

Een manier op vervalsingen te identificeren is door de tekens onderling te vergelijken. Valse stempels werden ontworpen door een maker. Daarom vertonen de jaarletter, het stadsteken en het meesterteken vaak overeenkomsten in stijl. Echter, een smid creëerde zijn eigen meesterteken, terwijl de gildetekens door een andere hand werden gesneden. Daarnaast vertonen authentieke stempels vaak verschillende maten van slijtage. De jaarletter bijvoorbeeld werd elk jaar vervangen en die afdruk zal dus scherper zijn dan van een meesterteken. Als alle stempels op dezelfde manier versleten zijn kan dat wijzen op valse keuren.

'Antieke' voorwerpen met valse keuren

Export uit Schoonhoven

Schoonhoven heeft zich vanouds gericht op export naar onder andere Engeland en de Verenigde Staten. Sinds 1870 werden de belastingtarieven voor antieke voorwerpen, ten opzichte van nieuwe, verlaagd in het buitenland. Schoonhovense zilversmeden profiteerden hiervan door vooral kleine gebruiksvoorwerpen zoals doosjes, speelgoed en tasbeugels te bestempelen met valse keuren. De douane misleiden bleek door een gebrek aan kennis over keurmerken geen groot obstakel. Engelse importeurs daarentegen waren wel bewust van de onechtheid. De prijs sloot uit dat het om echt antiek ging. Deze winkels verkochten de objecten als curios, aardige voorwerpen zonder pretentie.

Vervalsers waren niet altijd op de hoogte van alle gebruiken en regels rondom keuren. Ook veel verzamelaars zochten niet heel kieskeurig naar een eerlijk stuk. Echter, door de uitbreiding van museumcollecties, toename van tentoonstellingen en wetenschappelijk onderzoek is dit gebrek aan kennis langzaamaan bijgesteld. Tegelijkertijd veranderde de smaak van kopers en was er meer behoefte aan schaars bestempelde voorwerpen. Zo kwam de tijd van vals zilver tot een einde.

Scroll naar boven