Zilvermuseum doet onderzoek naar koloniaal verleden
Het Nederlands Zilvermuseum wil meer inzicht krijgen over hoe het koloniale verleden aanwezig is binnen de eigen collectie. Momenteel geeft de opstelling van het museum een zeer eenzijdige blik op de historie van het zilver, zonder al te veel context. Daarin wil het museum verandering brengen. Met de ‘ontdekkingsreizen’ kwamen er ‘nieuwe’ specerijen en goederen naar Nederland. Dit waren in eerste instantie nog luxe goederen en voorbehouden aan de elite. Omdat zilveren objecten ook bij uitstek luxe goederen waren, ligt het voor de hand dat de komst van ‘nieuwe’ specerijen en goederen zich al in vroeg stadium uitte in het zilver.
Daarnaast werd ook veel zilver geëxporteerd naar de toenmalige koloniën. Zo had het zilverbedrijf Van Kempen, Begeer en Vos – waarvan het Nederlands Zilvermuseum een omvangrijke collectie bezit – naast vier winkels in Nederland ook vijf winkels in Nederlands-Indië en een winkel op Curaçao.
Recent verwierf het museum al enkele objecten die verbonden zijn met het koloniale verleden van Nederland: een reisnecessaire, een sigarendoos uit Medan en zilverbaren van de VOC. Door onderzoek te doen naar de rest van de collectie kan het museum een meer accuraat beeld geven van de objecten. Voor dit onderzoek maakt het museum gebruik van het conservatoren stipendium van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Daardoor kan het museum tijdelijk een junior conservator aanstellen, zodat de zittende conservator tijd vrij kan maken voor het onderzoek.
Een voorbeeld van een voorwerp uit onze vaste collectie is deze prijsbeker van de Batavia Races. Met daarop de tekst:
“Presented to John F. Loudon Esqr. Owner of Rose Pompon”
“Batavia Races Preanger Cup May Meeting 1848”